Vennenroute Oisterwijk
Vennenroute Oisterwijk
Sinds lange tijd waren de weergoden ons weer eens goedgezind. Nu is vrijwel elk weertype welkom op onze wekelijkse wandeling ergens in het land, maar vandaag was het voor het eerst merkbaar dat de lente op komst is en met een strak blauwe hemel (met wat wolkjes is ook mooi) beloofde het vandaag een mooie dag te worden ook voor onze foto’s. De geselecteerde Vennenroute van Natuurmonumenten in Oisterwijk paste dan ook perfect in onze doelstelling van vandaag! Een mooie wandeldag met een grote verscheidenheid van natuur en in het mooie plaatsje Oisterwijk met zijn vele terrassen en winkels werd deze dag in stijl afgesloten! Voor nog wat foto’s van dit Vennengebied klik hier.
Natuurmonumenten geeft de volgende beschrijving over dit fraaie gebied:
De Oisterwijkse Bossen en Vennen staan al heel lang bekend vanwege hun aangename wandelmogelijkheden. Vanaf 1912 is dit gebied beschermd natuurgebied. Al in 1912 werd Natuurmonumenten gevraagd om hier aankopen te doen om te voorkomen dat er in dit fraaie bos- en vennengebied allerlei villa’s gebouwd zouden worden. Inmiddels bezit Natuurmonumenten hier zo’n 405 ha natuurgebied waar jaarlijks ruim een miljoen bezoekers van komen genieten. Sinds die tijd zijn de bossen behoorlijk veranderd.
Door het op de natuur gerichte beheer zijn de voor de houtproductie aangeplante naaldbossen uitgegroeid tot redelijk gevarieerde bossen. De Kolkvenroute laat zien hoe soortenrijk de Oisterwijkse bossen nu zijn. Daarnaast zijn er stille, rustgevende vennen waar dit natuurgebied zo bekend om staat.
Het natuurgebied De Oisterwijkse Bossen en Vennen kent vele oude bomen, waarin spechten broeden. Hun geroffel en geklop zal je ongetwijfeld horen. Daarnaast kan er ook zo maar een brutale eekhoorn je pad kruisen. Kortom; op weg kan er naast de beschreven onderdelen van alles gebeuren.
Dit grove dennenbos is begin twintigste eeuw geplant om hout te leveren voor de mijnbouwindustrie. Grove dennen zijn inheemse naaldbomen: ze horen hier van oorsprong thuis.
De groeivorm van deze dennen is onnatuurlijk. De bomen zijn dicht opeen geplant en alleen keurig rechte exemplaren mochten doorgroeien. Dit ‘palenbos’ van allemaal even oude bomen is niet interessant voor dieren en wandelaars. Daarom worden van deze bomen exemplaren gekapt zodat er plaats komt voor loofbomen zoals eiken.
Ook nieuwe grove dennen mogen er uitgroeien tot brede, grillige bomen. Uiteindelijk is het de bedoeling om een natuurlijk, gevarieerd bos te laten ontstaan. Dode bomen mogen blijven liggen: op en in dood hout leven onder meer paddenstoelen en insecten, waar de spechten zo dol op zijn.
Op uw wandeling kom je langs veertien vennen. Het Diaconieven is niet sterk begroeid en daardoor erg geliefd bij vleermuizen. Ze kunnen er makkelijk naartoe vliegen vanuit hun schuilplaatsen elders in het bos. Watervleermuizen vliegen ’s nachts laag over het water om muggen en nachtvlinders te vangen.
Het bos waar je tussen het Diaconieven en het Brandven doorheen loopt, is een mooi voorbeeld van een goed geslaagde omvorming van een saai naaldbos tot een natuurlijk gemengd bos. Zo hoopt Natuurmonumenten veel meer natuurlijke bossen te krijgen.
Het Kolkven is met een oppervlakte van 14 hectare uitzonderlijk groot. Dit ven is niet gevormd door de wind, maar is van oorsprong een smeltwaterdal. Jaren geleden zijn er ten behoeve van de hengelsport karpers en brasems uitgezet.
Deze vissen wroeten echter de bodem om en in troebel water gedijen waterplanten niet. Daarom worden ze nu zo veel mogelijk bevist. Ten zuiden van dit ven is een rustgebied voor dieren. Wandelaars komen daar niet en dat is gunstig voor de plantengroei.
Onze regen is nog steeds zuur want het bevat veel stikstof. Vooral grassen zoals het pijpenstrootje gaan van stikstof extra hard groeien en overwoekeren daarmee andere planten.
Bij de Lammerven is dat goed te zien. De oevers zijn volledig met het pijpenstrootje begroeid. Het Lammerven staat daarnaast bekend om zijn grote aantal groene kikkers. Vanaf mei kwaken ze luid in koren.
Oisterwijk is her en der behoorlijk heuvelachtig. De heuvels zijn stuifduinen daterend van de laatste ijstijd.
Het ven dankt zijn naam aan de oorspronkelijk witte zandbodem. Inmiddels is het water voedselrijk en de bodem daardoor donkergekleurd.
Het Klein Aderven heeft merkwaardige bewoners: Amerikaanse hondsvisjes. Deze visjes zijn bestand tegen zeer zuur water, grote temperatuursschommelingen en zelfs kortstondig droogvallen van het ven.
Het zijn eigenlijk aquariumvissen die hier vermoedelijk zijn losgelaten. Het Klein Aderven is een van de overwinteringplaatsen van padden.
De reusachtige beuken zijn vermoedelijk bijna een eeuw oud. Hier heeft vroeger een huis gestaan en daarbij zijn ze aangeplant.
In 1995 zijn het Van Esschenven, het Witven en het Voorste Goorven opgeschoond. De voedselrijke bodem is weggehaald. De maatregel blijkt effectief. Dat is onder meer te zien aan de terugkeer van kiezelwieren, de water-snuffel (een libel), de geelgerande watertor, moerashertshooi en gagel, (een struik).
Via een verbinding stroomde vroeger water uit de beek de Rosep via het Kolkven door de drie (onlangs) opgeschoonde vennen. Door het verval kwam het water hier in het Witven met flinke snelheid aan en sleet de venbodem uit. Daardoor is de westzijde van dit Witven heel diep en smal.
Omdat het water van het Kolkven erg voedselrijk is, staat het ven niet meer met de drie opgeschoonde vennen in verbinding. Dat zou immers het effect van de schoonmaak tenietdoen.
Het op een na laatste ven van de wandeling, het Heiven heeft een veel hogere waterstand dan het Voorste Goorven. Dat komt doordat er in de bodem van het Heiven een dichte leemlaag zit.
Regenwater sijpelt daardoor niet makkelijk weg. Gele plomp die massaal in het ven voorkomt, zorgt er onder andere voor dat het ven langzaam maar zeker dichtgroeit.
4 maart 2013